Relaties kunnen een bron van vreugde en ondersteuning zijn, maar ze kunnen ook uitdagend zijn en ons soms psychisch belasten. Wanneer problemen in een relatie ontstaan, kan relatietherapie een waardevolle bron van hulp en begeleiding zijn. Maar wat als slechts één persoon deelneemt aan de therapie? Is individuele relatietherapie net zo effectief in het verminderen van psychische nood?
Dit zijn vragen die onderzoekers, waaronder Lohan en collega’s (2021), hebben proberen te beantwoorden. In hun recente studie hebben ze gekeken naar de effectiviteit van individuele relatietherapie, waarbij slechts één individu deelneemt, in het verbeteren van psychische nood. Dit onderzoek is van groot belang, gezien de prevalentie van psychische nood binnen deze groep cliënten en het potentieel voor negatieve effecten die zich kunnen verspreiden naar andere aspecten van het leven.
Wat houdt individuele relatietherapie precies in?
Individuele relatietherapie is een vorm van therapie waarbij slechts één persoon deelneemt aan de sessies, in plaats van beide partners in een relatie. Het richt zich op de individuele persoon en zijn of haar ervaringen, gedachten, gevoelens en gedrag binnen de context van de relatie. Bij individuele relatietherapie werk je samen met de therapeut aan je relatie. Je krijgt inzicht in de dynamiek van de relatie, de eventuele problemen en uitdagingen die zich voordoen, en de impact ervan op het persoonlijke welzijn. De therapeut kan helpen om bewustzijn en begrip te vergroten over persoonlijke behoeften, communicatiestijlen, patronen van interactie en eventuele onderliggende emotionele kwesties.
Tijdens de sessies kan individuele relatietherapie verschillende therapeutische benaderingen en technieken omvatten, zoals gesprekstherapie, cognitieve gedragstherapie, emotioneel gerichte therapie en oplossingsgerichte therapie. Het doel is om de persoon te ondersteunen bij het verkennen van persoonlijke groei, het verbeteren van de eigen relatievaardigheden en het vinden van manieren om positieve veranderingen in de relatie te bevorderen, zelfs wanneer de andere partner niet actief betrokken is bij de therapie.
Hoe werd onderzocht of alleen relatietherapie volgen effectief is?
De studie van Lohan en collega’s (2021) is een van de eerste die zich richt op individuele relatietherapie en de impact ervan op psychische nood. Door middel van een nationale steekproef van 273 individuen die zich aanmeldden voor relatietherapie bij een Australische non-profit organisatie, hebben de onderzoekers gegevens verzameld om inzicht te krijgen in de korte termijn effectiviteit van individuele relatietherapie.
Naast het onderzoeken van de effectiviteit van individuele relatietherapie, hebben de onderzoekers ook gekeken naar verschillende variabelen die veranderingen in therapieresultaten kunnen verklaren. Hierbij hebben ze gekeken naar demografische gegevens van de cliënt, interpersoonlijke factoren en therapeutische factoren. Dit zorgt voor een breder begrip van de mechanismen die betrokken zijn bij het verminderen van psychische nood in individuele relatietherapie.
Wat zijn de resultaten van het onderzoek?
De resultaten van het onderzoek zijn interessant en hebben belangrijke implicaties voor de praktijk van relatietherapie. De studie toonde een significante vermindering van psychische problemen aan na het volgen van individuele relatietherapie. Daarnaast werden ook relatiestatus en familiefunctie geïdentificeerd als significante voorspellers van psychische problemen.
Met deze bevindingen kunnen therapeuten en professionals in de geestelijke gezondheidszorg de effectiviteit van individuele relatietherapie verder verbeteren. Door gerichter te kijken naar de relatiestatus en familiefunctie kunnen zij de behandeling beter afstemmen op de specifieke behoeften van de cliënt en zo de effectiviteit van individuele relatietherapie vergroten.
Bronnen:
Lohan, A., Cao, Y., Petch, J., Murray, J., & Howe, E. (2021). Does Relationship Counselling for One Work? An Effectiveness Study of Routine Relationship Counselling Services Where Only One Individual Attends. Australian and New Zealand Journal of Family Therapy, 42(3), 320–335. https://doi.org/10.1002/anzf.1458