- Een coach heeft zelfkennis, zelfvertrouwen en een authentieke en transparante werkwijze.
- De gecoachte staat centraal, niet de coach.
- De coach heeft een doorleefde visie op coachen en leren. Zij kent haar eigen mogelijkheden en beperkingen en bewaakt haar grenzen.
- Een coach weet niet alleen veel, maar laat het ook zien en gebruikt verschillende modellen en methoden. Zij blijft zichzelf evalueren en ontwikkelen.
- De gecoachte bepaalt de agenda. De koers en de inhoud van het traject worden overgelaten aan de gecoachte.
- De coach werkt op basis van gelijkwaardigheid en er is commitment over rollen en werkwijze.
- De coach verplicht zich tot resultaatgericht en gefaseerd werken, waarbij de weg ook als doel wordt gezien.
- De coach benadert situaties met open vizier en vanuit verschillende invalshoeken, maar altijd positief en ontwikkelingsgericht.
- De gecoachte en diens leerthema’s, waarden en verlangens staan centraal, niet de inhoud.
- De coach zet aan tot bewustwording, beweging en perspectiefverbreding.
- Nieuwsgierigheid en compassie gaan bij de coach hand in hand.
- De gecoachte is geïnteresseerd en heeft volledig aandacht vanuit een respectvolle en accepterende grondhouding.
- Een coach is zeer goed in: actief luisteren, vragen stellen, confronteren en het inzetten van intuïtie. Zij is in staat gedrags- en denkpatronen en leerthema’s te signaleren, te benoemen en bespreekbaar te maken. Zij maakt optimaal gebruik van wat er besproken wordt en van wat zich voordoet tijdens een coachbijeenkomst.
- De coach heeft oog voor contextuele factoren en focust op de beïnvloedingsmogelijkheden van de gecoachte daarbinnen.
- En, héél belangrijk: de coach gaat zorgvuldig en vertrouwelijk om met informatie.